Ontstaansgeschiedenis ATV Houtwijk de Noord
VERLEDEN…
Ontstaansgeschiedenis
Het is nauwelijks voor te stellen, maar in de 19e eeuw was Houtwijk een gebied met uitgestrekte landerijen vol met smalle polderslootjes, kleine fabriekjes en een veiling. Het landelijke karakter van het gebied verdween rap na de twintiger jaren van de vorige eeuw. Eind jaren twintig werd de Burgemeestersbuurt gebouwd en werd het gebied Houtwijk bij Loosduinen ingelijfd. Daarna kwam de bouwlust van de stad tot stilstand door de crisis van de dertiger jaren, de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. De jaren daarna ging het bouwen vrolijk door, waardoor de wijk nu compleet ingekapseld is door de stad.
Dat is ook de periode dat er volkstuinen verschenen in Houtwijk. In de jaren zestig, maar vermoedelijk al kort na de oorlog, werd er een stuk grond aan de Kapelaan Meereboerweg door een zestigtal hobbyisten gebruikt voor volkstuinen. Aanvankelijk leek dit lapje grond tussen de Houtweg en De Noord, ongeveer ten noorden van de doorgetrokken Escamplaan, redelijk toekomstbestendig. Maar in 1973 verschenen grootse plannen voor de nieuw te bouwen wijk Houtwijk. Ook liet de gemeente Den Haag weten dat zij alleen nog volkstuingrond ter beschikking stelde aan de Haagse Bond van Volkstuinverenigingen, kortweg de Haagse Bond.
Oprichting
De groep van zestig volkstuinders besloot toen een vereniging op te richten om hun eigen belangen te kunnen behartigen. Op 7 november 1973 werd in het verenigingsgebouw van Nut en Genoegen de Volkstuinvereniging Houtwijk opgericht. Amper twee maanden later kreeg de nieuwe vereniging het nieuws dat er een stuk grond aan het Vinkenlaantje beschikbaar kwam, even verderop in de wijk. Ook een andere vereniging kon zich hier vestigen: De Noord. De vreugde was echter van korte duur, want eind 1977 kwam alweer slecht nieuws: zowel Houtwijk als De Noord moest worden ontruimd. In totaal 160 volkstuinders zaten weer zonder tuin en hadden geen flauw idee waar ze heen konden.
Het was een moeilijke tijd. Niet alleen voor Houtwijk, maar voor heel volkstuinminnend Den Haag.
Tuinen te kort
Zo’n 400 tuinen waren nodig voor alle volkstuinders die van hun stekkie waren verdreven in deze periode. Ook waren er nog 600 aspirant-leden, die op de wachtlijst stonden voor een tuintje. Met zo’n 1600 tuinen was Den Haag zwaar onderbedeeld, zeker in vergelijking met andere steden: Rotterdam had zo’n 5000 volkstuinen en Amsterdam maar liefst 7000! De moed zakte de Houtwijkers in de schoenen. Veel van de volkstuinders waren de pensioengerechtigde leeftijd al ruim gepasseerd en daarom te oud om ergens anders weer helemaal opnieuw te beginnen. Zij waren zeer teleurgesteld dat zij van hun hobby werden beroofd. Een aantal stelden stellig tegen de pers: ‘We willen hier niet weg, dan blijven we maar illegaal. We vertrekken pas als de gemeente ons vervangende grond heeft aangeboden’. Ook de nabij gelegen volkstuin ’t Is Altijd Wat stelde zich strijdvaardig op.
Piet Vink zet zich in
De emoties liepen dus hoog op. De opmerkingen in de pers misten hun uitwerking niet. De gemeente besloot op aandringen van wethouder Piet Vink onderzoek te doen naar het probleem van de volkstuinen in de stad en op zoek te gaan naar vervangende grond.
Toen brak november 1977 aan, de maand dat de Haagse Bond de toezegging kreeg voor een tijdelijk complex op De Uithof. Nadeel was dat er geen huisjes gebouwd mochten worden, omdat het nadrukkelijk een tijdelijk complex zou zijn. ‘Beter iets dan niets’, dachten veel leden en maakten de overstap.
Houtwijk en De Noord samen
Hier konden 99 leden van ‘Houtwijk’ en ‘De Noord’ terecht. Kort daarna werd besloten om vereniging ‘De Noord’ bij ‘Houtwijk’ te voegen tot één vereniging per 1 januari 1978. ‘Houtwijk de Noord’ was geboren. Er bleek zelfs nog extra ruimte naast het complex voor 51 volkstuinders van ’t Is Altijd Wat.
Deze fusie ging tuinders van De Noord wel aan het hart. Zij hadden Volkstuinvereniging De Noord in 1963 opgericht. De vereniging bestond daarmee formeel gezien langer dan Houtwijk. Hoewel De Noord uit drie afzonderlijke complexen bestond, betreurde men het dat deze gemeenschap uit elkaar werd gehaald. Terugkijkend kan men concluderen dat De Noord niet is vergeten: ze leeft in de naam Houtwijk de Noord voort.
Verhuizing verliep niet soepel
De verhuizing naar het nieuwe complex in De Uithof in 1978 was zwaar en verliep niet helemaal soepel, omdat veel werk zelf gedaan moest worden. En dat allemaal voor een tijdelijk complex en op grond waarop volgens ‘kenners’ niets mee was te beginnen. Wilde je er aardappels verbouwen dan moest je volgens de boeren in de omgeving in het najaar een vuist en breekijzer meenemen om ze eruit te halen. Verder wisten de boeren te vertellen dat men, al zou men de grond dag en nacht bewerken, deze grond in nog geen vijftien jaar geschikt zou kunnen maken voor de volkstuinderij.
Permanente status
Het oorspronkelijke plan was dat zowel Houtwijk de Noord als ’t Is Altijd Wat uiteindelijk naar de Dijkpolder zouden verkassen. Deze locatie werd echter gereserveerd voor een vuilverbrandingsinstallatie die later niet doorging. Een geluk bij een ongeluk, want het Haags College heeft daardoor in 1981 kunnen besluiten het complex in De Uithof een permanente status te geven. Dit gebeurde compleet met een wijziging in het bestemmingsplan ‘De Uithof’. Dus in datzelfde jaar nog kregen zowel ’t Is Altijd Wat als Houtwijk de Noord hun permanente status.
Bron: Lonneke Geerlings in ‘75 jaar Haagse Bond’
…HEDEN EN TOEKOMST
Houtwijk de Noord ploegt rustig voort
Het complex ligt anno nu nog steeds op dezelfde plek. Lekker afgelegen, tussen globaal de Uithofslaan en het einde van de Melis Stokelaan, en ver van de stadse drukte. Het ligt dusdanig afgelegen dat het zelfs niet te bereiken is met de auto. Maar dat is ook gelijk de charme van het complex. Iedereen is ontzettend enthousiast op zijn tuin of voor de vereniging bezig. Het verenigingsleven leek wat te zijn ingezakt, maar werd vanaf 2012 door enthousiaste nieuwe bestuursleden nieuw leven ingeblazen. En na een periode van betrekkelijke ‘rust’ beleeft Houtwijk de Noord nu weer een bloeiperiode!
Er zijn nu nog leden die de laatste jaren op de oude Vinkenlaanlocatie hebben meegemaakt. Die verhuizing bleek voor alle betrokkenen een complete schok. Zij ervaarden bij aanvaarding van de ‘tuin’grond dat het er een gigantische bende was met slecht bewerkbare blauwe klei. Sommigen ondervinden dat trouwens nog. ‘Je kunt je grond nog zo goed mengen, met zand bijvoorbeeld, maar na verloop van tijd is dat allemaal weggezakt.’
Meer structuur
In de Uithof is er wel meer structuur gekomen dan op de Vinkenlaan. Daar werden tuinhuisjes ‘gebouwd’ van oude deuren uit sloopwoningen! Die oude troep zag er natuurlijk behoorlijk vrijgevochten uit. Op dit complex staan allemaal min of meer mooie huisjes en kasjes. Toen het op het Vinkenlaantje nog allemaal vrije tuinen waren, werd de grond van een particulier gehuurd. Het was hem worst wat je daarop deed! Die tuinen stonden daar allemaal achter in die Polderweg, niemand die daar aanstoot aan nam. Het maakte allemaal niks uit hoe je ‘huisje’ eruit zag, als je maar een droog onderkomen had. Wilde je een paar kippen, dan timmerde je een ren. Er was er zelfs één die een geit hield. Om sproeiwater zonder kroos in je gieter te krijgen, werden vaak oude wastrommels in de sloot gehangen die als zeef dienden om schoon slootwater te krijgen.
Bepaalde richtlijnen
Nu Houtwijk de Noord is aangesloten bij de Haagse Bond van Amateurtuinverenigingen zijn er gewoon bepaalde richtlijnen voor de huisjes en kasjes, het aantal bomen dat je op je tuin mag laten groeien, van alles. Deze bond vecht dan ook voor je vereniging bij dreiging als er bijvoorbeeld hier op ons terrein gebouwd zal gaan worden.
De laatste jaren is er op het complex veel voor de leefbaarheid ten goede veranderd. Zo werd het in de loop der jaren versleten asfalt van het hoofdpad een tiental jaren terug vervangen door een tegelpad. Daaronder werd zowel een riolering als een drink- en sproeiwaterleiding naar alle tuinen aangebracht. Later weer gevolgd door de aanleg van elektriciteit op het hoofdpad met diverse stroompunten ten behoeve van het onderhoud van de tuin.
Medelanders
Bij de verhuizing waren het nog allemaal Nederlanders. Daar kwamen al gauw de eerste gastarbeiders uit het Middellandse Zeegebied bij. De Italianen kwamen als eersten en dat is nog steeds een hechte groep Italiaans sprekende oude vrienden. Zij waren ook nooit te beroerd om hun handen voor de vereniging uit de mouwen te steken als er iets gebouwd moest worden. Nu horen we vele talen van allerlei nationaliteiten: onder andere bewoners uit Marokko, de Balkan, Suriname, Turkije en Polen. Een doorsnee van de hedendaagse Haagse bevolking dus.
Werkbeurten
De leeftijd van enkele tuinleden is opmerkelijk hoog. Er zijn tuinders bij van dik in de tachtig, die veel en gretig over de historie kunnen vertellen. Maar er zijn er ook die veel jonger zijn. Zij zijn òf nog werkend, of gepensioneerd, heel divers. Het blijkt maar weer, dat tuinieren gezond is voor geest en lichaam. Het beroep dat een tuinlid heeft of had is van invloed op de ‘vrijwilligerstaken’. Zo kan een handige timmerman nodig zijn als er bouwkundig toezicht op een werkbeurtklus moet zijn. Een kwast kan bijna iedereen wel vasthouden en de paden kan ook iedereen schoon houden. Door deze klussendienst blijf je ook bij de vereniging betrokken.
Kantine als centrale spil
Sommige tuinleden willen zich graag afzonderen, dat kan en mag allemaal, maar dat kan alleen als het een bewuste keuze is. Houtwijk de Noord bekommert zich om hen die er dreigen buiten te vallen. Er zijn leden die alleen in het weekend komen, die zie je ook niet als er iets gemeenschappelijks in de kantine te doen is. Kom je ze dan op de tuin tegen en maak je een praatje, dan blijken ze vaak niet op de hoogte en draaien ze bij. Anderen zie je jaren niet bij de jaarvergadering, maar ineens zijn ze daar weer. De kantine is de centrale spil waar omheen het verenigingsleven op deze tuin draait. Een frappant voorbeeld is er van iemand die nooit in het verenigingsgebouw kwam, maar nu in het bestuur zit!
Tuinieren vroeger en nu
Het tuinieren is in de loop der jaren anders geworden. Vroeger werd er nog ouderwets getuinierd met aardappels en dergelijke. Veel meer een moestuin dus. Nu worden er vaak alleen lekkere dingen verbouwd als meloenen, courgettes en paprika’s en is vaak meer dan de helft van de grond tot sier- en recreatietuin omgetoverd. Er is veel meer ontspanning en daar past een verenigingsleven veel natuurlijker bij. Bij Houtwijk de Noord worden, naast tuinieren, allerlei activiteiten georganiseerd om het de leden naar de zin te maken. Als ze niet komen is dat niet heel erg. Als het erg gezellig is geweest en ze horen dat achteraf, dan zie je ze de volgende keer wel. Zo wordt om de week in de winter op zaterdag een klaverjasmiddag gehouden. Soms met mooie prijzen. Zo kom je ’s winters ook nog even op de tuin.
Commissies
Die bezigheden worden gecoördineerd of georganiseerd door de activiteitencommissie. Zo zijn er onder andere ook commissies voor taxatie, tuinschouw, redactie van het verenigingsblad Tuinkrabbels en lief en leed. Het verenigingsblad Tuinkrabbels is begin 2012 weer opgestart, met een geheel nieuwe redactie. De laatste redacteur moest vanwege zijn leeftijd ruim tien jaar geleden stoppen.
Onze website is sinds eind april 2014 in de lucht en is nog volop in ontwikkeling. Mochten er tuinen in 2014 vrijkomen, dan kunt u elders op deze website informatie vinden hoe te handelen als u hiervoor belangstelling heeft.
Vernieuwd terras
Het terras voor het verenigingsgebouw werd in 2013 in zijn geheel opnieuw bestraat. Voor het seizoen 2014 zijn er nieuwe parasols voor een zonnige zomer aangeschaft. Laat daarom nu die zomer en de leden maar naar het gezellige terras toe komen voor een praatje over het weer of een ‘roddeltje’ over de vereniging onder het genot van een kopje koffie met iets erbij!
Naar: interview bestuur Houtwijk de Noord in ‘75 jaar Haagse Bond’
HISTORIE UITHOFSGEBIED
Het Uithofsgebied waarin amateurtuinvereniging Houtwijk de Noord ligt, bevat enkele belangrijke archeologische waarden. Het gaat daarbij om restanten uit de Middeleeuwen, uit de Romeinse tijd en ook uit de prehistorie. De Middeleeuwen leven voort in de benaming van het gebied.
Een uithof is een buiten het kloosterterrein gelegen kloosterboerderij en specifiek voor dat klooster produceerde. Van zulke boerderijen hebben er twee in het gebied gestaan, één in de nabijheid van Uithofslaan 35 en één bij nummer 40. In de Middeleeuwen behoorde een groot deel van de Uithofspolder tot het bezit van het klooster van Loosduinen en van het klooster Leeuwenhorst in Noordwijk.
Drassig gebied ontwateren
De geschiedenis van de Uithofspolder zelf gaat terug tot de 13de eeuw, toen dit tot dan toe drassige gebied werd ontgonnen en geschikt werd gemaakt voor de landbouw. Cultuurlandschappelijke elementen uit deze periode zijn nog steeds in het landschap aan te wijzen. Om het terrein te ontwateren werd destijds een uitgebreid stelsel van perceelsloten gegraven. Sommige van de huidige watergangen herkennen we nu nog in de Wennetjessloot en de Uithofs Molensloot.
Uitgebreid krekensysteem
De Romeinse en prehistorische resten hebben te maken met de terreingeologie. Het gebied bevindt zich in het gedeelte van Den Haag dat bekend staat om zijn klei-afzettingen. Dit kleigebied werd ontwaterd door een uitgebreid krekensysteem van de Gantel. De streek wordt doorsneden door enkele van dit soort kreken die er voor zorgden dat er wat meer zand werd afgezet. Die zandafzettingen zorgden vervolgens voor een wat steviger ondergrond op sommige plaatsen. Het is dan ook niet voor niets dat de huidige Uithofslaan het tracé volgt van een van de grotere ´kreekruggen´.
Vestigingsplaatsen
Er zijn een aantal zandkopjes in de bodem aanwezig, dat zijn restanten van de strandwal die hier eertijds liep en tijdens een overstromingsfase in de prehistorie voor het grootste deel werd opgeruimd. Zowel de zandkopjes als de kreekruggen waren destijds plekken waarop men zich bij voorkeur vestigde. Het is dan ook meer dan logisch dat op een drietal plaatsen langs de kreekrug, tijdens eerder gedaan archeologisch bodemonderzoek in het gebied, sporen van Romeinse bewoning zijn teruggevonden. Dat bleken drie kleine boerennederzettingen, elk bestaande uit een boerderij en wat bijgebouwen. Deze drie vindplaatsen bevinden zich alle tussen de Uithofslaan en de Wennetjessloot. Een zandkopje vlakbij de Wennetjessloot heeft de aanwezigheid van houtskooldeeltjes aangetoond. Daaruit kan de conclusie worden getrokken dat er een reële kans is dat er in de prehistorie hier mensen hebben gewoond.
Naar: Bestemmingsplan Uithofslaan. 2008.
´Vaart met schuit en kas´ van Louis Apol, rond 1880.
Vermoed wordt dat dit de Wennetjessloot uit die tijd is.
Detailkaart van Kruikius uit 1717. In oranje staat de Houtweg ingetekend.
Herkenbaar is links het Dekkershoekje waar nu de Gamma staat.